Ieder kind heeft het recht om bij zijn ouders op te groeien. Maar als er binnen de thuissituatie ernstige problemen ontstaan en het kind daarbij in zijn ontwikkeling of veiligheid wordt bedreigd, is de overheid verplicht om in te grijpen. Het kan gaan om maatregelen met verstrekkende gevolgen, zoals ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing. En dat wil je als ouder het liefst voorkomen. Hoewel er een rapportage nodig is, die de maatregel feitelijk onderbouwd, gaat dit helaas nog wel eens mis. Daarom is waarheidsvinding in de jeugdzorg zo belangrijk. Maar wat is waarheidsvinding? Waar moet zo’n rapport aan voldoen? En wat als jij het niet eens bent met het rapport?
Wat is waarheidsvinding?
Ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing zijn ingrijpende maatregelen, die niet alleen een enorme impact hebben op je kind, maar ook op jou als ouder. Daarom is het ongelofelijk belangrijk dat dit soort maatregelen goed zijn onderbouwd. Waarheidsvinding helpt daarbij.
In 2015 is de Jeugdwet ingevoerd en daarmee zijn de eisen van waarheidsvinding wettelijk vastgelegd. Dit betekent dat de Raad voor de Kinderbescherming en Gecertificeerde Instellingen verplicht zijn om de van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid op te schrijven in rapporten of verzoekschriften. Het idee hierachter is dat de kinderrechter goed geïnformeerd en op basis van de feiten een beslissing kan nemen, mocht het nodig zijn om een ingrijpende maatregel te hanteren. Eigenlijk gaat het bij waarheidsvinding dus om feitenonderzoek.
In een feitenonderzoek worden relevante feiten verzameld, wordt er gesproken met de betrokkenen en informanten en wordt er beoordeeld in hoeverre de ontwikkeling van het kind bedreigd wordt. Dit wordt vastgelegd in een rapport. Feitenonderzoek kan plaatsvinden na een eerste melding bij Veilig Thuis, maar ook als je als gezin al langer in een jeugdhulpverleningstraject zit.
Waarom is waarheidsvinding zo belangrijk?
Jeugdzorg doet over het algemeen zijn best om het feitenonderzoek zo zorgvuldig mogelijk uit te voeren. Helaas gaat het toch nog wel eens mis. Zo oordeelde een Bredase kinderrechter in juli 2021 nog hard over de manier waarop instanties met een Tilburgs gezin zijn omgegaan. Onder andere door foutieve en incomplete rapportages over de ouders is een vijfjarig jongetje ten onrechte uit huis geplaatst.
De kinderrechter noemde het ‘schrijnend dat er binnen één gezin zoveel is fout gegaan in de hulpverlening.’ Uiteindelijk wees de kinderrechter het verzoek om verlenging van de ondertoezichtstelling van het kind af, maar de gebeurtenissen hebben wel geleid tot een getraumatiseerd kind. En dat wil je natuurlijk voorkomen.
Waar moet een rapport aan voldoen?
Dit voorbeeld laat dus zien hóe belangrijk het is dat het rapport over jouw kind zorgvuldig opgesteld wordt, compleet is en géén onjuistheden bevat. Volgens de Raad van de Kinderbescherming moet een rapport aan de volgende voorwaarden voldoen*1:
- Feiten en meningen worden standaard gescheiden beschreven;
- Hoor en wederhoor wordt toegepast en standaard opgenomen in de rapportages;
- Beschrijvingen zijn zoveel mogelijk concreet en zonder speculatieve formuleringen;
- Accordering van informatie wordt expliciet gemaakt in de rapportage;
- De weging van belemmerende en beschermende factoren voor de situatie van het kind en de conclusie hierover is duidelijk herleidbaar en navolgbaar;
- Rapporten van externe deskundigen worden in het geheel als bijlage toegevoegd aan de rapportages.
Wat kun je doen als je het niet eens bent met het rapport?
Ben je het niet eens met de manier waarop het rapport tot stand is gekomen of over hoe dingen zijn opgeschreven? Dan is het zaak om dit zo snel mogelijk duidelijk te maken, zodat er wellicht ook direct iets aan gedaan kan worden.
Heb je de conceptrapportage eenmaal ontvangen? Dan moet je daar volgens het AKJ, Stichting Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg, binnen 5 dagen op reageren. Natuurlijk kan het lastig zijn om dingen bespreekbaar te maken. Weet dan dat je altijd een vertrouwenspersoon van het AKJ kunt inschakelen, die je hierbij kan ondersteunen. Als de Raad voor de Kinderbescherming eenmaal een definitief rapport naar de rechtbank heeft gestuurd en je bent het niet eens met de inhoud, dan verwijst de vertrouwenspersoon je door naar een advocaat. Die is er dan verantwoordelijk voor om je juridisch te ondersteunen.
Heeft de rechter al een uitspraak gedaan? Dan kun je ook nog steeds klachten indienen en verzoeken om een afhandeling daarvan. Ook hierbij kan een vertrouwenspersoon van het AKJ je helpen*2.
Bronnen:
1. Raad voor de Kinderbescherming
2. AKJ vertrouwenspersonen in de jeugdhulp